“De Naamloze Mens”, een theaterstuk van Herman Brusselmans, speelt zich af in een donkerbruin café gevuld met stamgasten. Het is een toevluchtsoord, een biechtstoel, een wel afgebakend territorium waar voor de meeste stamgasten hun kont vastgeroest zit aan de barkruk. Je leert er de dromen, verzuchtingen en problemen kennen van Oscar, de eeuwige student, de Schrijver met zijn boeken, Ludwig met zijn drumstel en zijn nieuw lief, Carlito de Italiaanse pizzabezorger, Emiel de cafébaas met zijn slechte rug en Sonja met haar dochter Marijke. Een volkscafé waar iedereen elkaar schijnt te kennen, of toch niet?